maandag 7 januari 2019

Een ode aan oma..

Net zoals altijd keek ik uit naar kerst met een dubbel gevoel. Een drukkend gevoel omdat het voor mij sociaal zo uitputtend is dat ik er vaak dagen van moet bijkomen, ook dubbel om het gemis van mijn lieve bonuspapa Sjef, die precies vandaag 2 jaar geleden overleed. Ik kon niet weten dat deze kerst mij het vreugdegevoel zou ontnemen en driedubbel zou tellen..

Nog geen twee weken geleden schreef ik een blog over mijn opa, die zich ook niet kon vinden in het kerstgevoel omdat zijn geliefde vrouw niet meer thuis was. Alle kerstkaarten die waren opgehangen, zijn eerste kerstdag al van de muur getrokken.. eerste kerstdag, toen ik smiddags een telefoontje van mijn mama kreeg, dat het niet goed ging met oma. En na al die keren bijna afscheid, denk je er al snel luchtig over. Oma kwam altijd overal weer bovenop, onverwoestbaar. Ik had me voorgenomen om tweede kerstdag de middag naar haar toe te gaan met wat lekkers om te eten en een hangertje wat ik bij toeval had gevonden. Toch zat het me niet lekker en ik besloot om gelijk even langs te gaan.

En toen ik bij je binnenkwam, lieve oma, zag ik het gelijk.. ogen die mijlenver weg waren, handen die gloeiden van de koorts. Handen die normaal de mijne terug grijpen, maar dit keer niet. Alleen ogen die naar me keken en geluidjes die me iets duidelijk wilde maken. Te zwak om te praten, maar desondanks nog zo vreselijk aan het vechten, zoals u dat altijd deed. Vechten om bij ons te blijven, bij opa die niet van uw zijde week.. opa die u zo ontroerend liefdevol aaide, kuste en voor u zong. Een liefde die je meestal alleen maar in films ziet, uw 64 jaar durende liefde.. 

Na bijna 2 dagen van met zijn allen bij u zijn, wisten we dat het einde in zicht kwam.. maar wanneer dat weet je nooit en zeker niet met u oma, die iedereen altijd weer verbaasde met waar u zich weer uit vocht. Opa ging even weg om eten te halen en u kreeg nog iets toegediend om rustiger te worden. Maar u werd niet rustiger, de onrust verergerde. Ogen die vochten om open te blijven gingen wild heen en weer, ons vertellende dat er iets mis was. Gelukkig maar dat we het niet vertrouwden, en opa belden dat hij terug moest komen. In de tussentijd aaide ik u door uw haren, iets wat er normaal gesproken voor zorgde dat u kalmeerde, maar pas toen ik zei dat opa eraan kwam gingen uw ogen rustiger staan. En met dat opa weer terug kwam kreeg u nog liefdevol een paar kusjes en volgde er een diepe zucht. Iedereen wachtte op weer een ademhaling, maar ik kon het al voelen. Een onbeschrijflijk gevoel, alsof er een stuk van mijn hart werd gescheurd. Het bleef stil, en een stukje van mijn hart is die dag, op 27 december om 16:30, met u mee gestorven. 

Met elkaar hebben we voor alles gezorgd, u gegeven wat u zo verdiend heeft. Samen met mama heb ik voor de laatste keer voor u mogen zorgen, en wat was dat warm en bijzonder.. voor de laatste keer heerlijk alleen zijn met u, lekker tutten zoals we dat al jaren samen graag deden. Uw nagels mooi gelakt, uw favoriete luchtje op en het hangertje wat ik voor u had gekocht.. het hangertje wat ik expres nog niet had gegeven, omdat u de laatste maanden zo emotioneel werd van kadootjes, hoe klein ze ook waren. Het hangertje waar dezelfde tekst op staat als op mijn arm: “Not all those who wander are lost”.. zo toepasselijk, toeval bestaat niet. 

De dienst in de kerk was prachtig, en de begrafenis nog mooier. ‘S ochtends vroeg met de stoet naar de boot, om u naar Ameland te brengen. Naar Ameland, om daar naast uw geliefde Erik te liggen. Bijna bij de boot, waar we de zee konden zien zagen we een regenboog die in zee zakte, hoe mooi! De zon brak steeds verder voor ons door.. wachtend bij de boot wederom een regenboog, en op de boot een dubbele.. hoe bestaat het, alsof het zo moest zijn. Maar op de begraafplaats, waar de liefdevolle laatste woorden werden gesproken en de bloemen werden neergelegd keek ik naar rechts en ik brak.. ik brak om de regenboog die ik zag, de regenboog die zich over de begraafplaats spande. Toeval? Nee, dit was echt geen toeval meer lieve oma, ik voelde u zo dichtbij me, dichtbij ons. 

En dat blijft u, u blijft dichtbij me diep in elke vezel van mijn hart en ziel. Dat kan niet anders, u was de perfecte oma. Een oma die me op handen droeg en me beschermde als een leeuwin. Een oma met een huis wat altijd vol warmte en liefde was, waar ik als kind graag kwam. Een huis vol warmte en liefde waar u soms even de kluts kwijt was en we samen in alle hoeken zochten naar een zoekgeraakt prulletje. En ook later, wanneer u me niet altijd meer herkende was u nog steeds de liefste oma van allemaal. De vreugde die ontstond als u me ineens herkende was onbeschrijflijk, we knuffelden en kroelden erop los zoals we dat altijd deden. Soms kroop ik naast u op bed, dat vond u fijn. Ook de verzorging deed dat vaak, ook zij wisten hoe heerlijk u het vond om liefde te krijgen en uit te delen. Naast die mooie grote bloemenzee die achterbleef op Ameland ben ik gaan liggen.. om nog 1 keer, heel eventjes bij u te liggen. Ik laat u achter bij Erik, daar waar u thuishoort lieve oma. Maar ik neem u altijd mee, waar ik ook ga.

Voor de aller, allerliefste oma van de hele wereld. Haar naam was Martje. Mijn naam is Martje.. en ik draag de liefde en kracht nu voor 2. Dag lieve oma 🌟❤️






dinsdag 18 december 2018

Samen alleen

In het begin van de middag haal ik mijn scooter uit de schuur en rijd stevig ingepakt naar de bakker in het dorp, broodjes halen. Broodjes halen voor mij en opa, iets wat begon met een enkele keer een gewoonte is geworden. Geen vaste prik, maar zo vaak als het even kan doen we dat samen.

Gewend aan het heerlijk vaste ritueeltje stap ik binnen met warme broodjes, ik pak bordjes en glazen en we eten en drinken eerst wat, beiden in een grote stoel naast elkaar. Als we gegeten hebben praten we altijd nog wat, over wat ons bezighoud en alle nieuwtjes van de week. De grote kast van opa tovert zich weer langzaam om tot ornament voor de vele kerstkaarten die ieder jaar binnenkomen, vaak wel 100. Zijn blik dwaalt af van trots naar serieus..

“Wat moet ik hier nou eigenlijk mee” zegt hij, terwijl ik verbaasd opkijk van mijn glas cola. “Iedereen wenst me fijne feestdagen, maar hoezo fijne feestdagen.. ik zit hier en zij (mijn oma, zijn liefde) zit daar”. Mijn hart breekt voor hem.. ik weet dat hij dan wel niet alleen zal zijn met kerst, maar toch ook weer wel. Oma net zo, maar dan anders. Haar wereld wordt kleiner, mij herkent ze inmiddels vaker niet dan wel en zelfs mijn moeder komt af en toe niet meer binnen bij haar.. steeds meer leeft ze in haar eigen bubbeltje, in zichzelf gekeerd.

En zo raak ik eenmaal thuis weer aan het piekeren. Voor zoveel mensen is kerst een fijne tijd van samenzijn, samen eten, troost vinden in elkaar. Vooral troost vinden bij wat er nog is, wat we nog hebben. Met kerst zullen ook wij weer aan tafel zitten en dankbaar zijn voor het mooie gezin wat we hebben. Met kerst zullen we even slikken, omdat er ook een lege stoel aan tafel staat.. een lege stoel om een zo belangrijk deel van ons gezin ook niet te vergeten. Met kerst denk ik aan de lege stoel bij opa, de stoel waar zijn liefde anders zou zitten. Aan de keuken waar ze vroeger soep en peertjes maakte voor het hele gezin. De keuken waar ik altijd even de peertjes of appelmoes moest komen “testen”, oftewel deels volgepropt worden met al het lekkers wat ze maakte, stiekem achter haar schort, samen giechelend. Dat was wat ze deed, dat is wat oma’s doen. En god wat mis ik dat.. die mooie tijden. Met kerst koester ik ze net even extra.. want soms, heel soms, als ik na een bezoekje aan haar een knipoog krijg bij het weggaan.. betekent die zo veel meer dan gewoon maar een vriendelijk gezicht. Het is het gezicht van vroeger, het gezicht dat ik zag als ik nog met halfvolle wangzakken de keuken verliet en achterom keek. Dan staat ze daar weer.. voor het aanrecht, schort om. Ze kijkt achterom en knipoogt naar een kleine ik, die de keuken weer uit loopt. En even is mijn hart weer net zo vol als de wangzakken van een klein meisje.

dinsdag 29 augustus 2017

Twee handen op een raam

Aan het einde van de ochtend, zo rond een uurtje of 11 zit ik op de kleine binnenplaats mijn sigaret te roken. Vaste prik, 1 keer per dienst en zo ook vandaag. De afdeling waar ik leer bevind zich in hetzelfde gebouw als casa bonita, waar oma woont. De kleine binnenplaats grenst aan 1 gang van casa bonita, waar meestal vaak dezelfde bewoners wat heen en weer drentelen. Allemaal zie ik ze hun eigen vertrouwde ommetje maken, tot er iemand langs loopt die ik niet herken als iemand die op die gang te vinden is.. oma! Ik twijfel even, zal ik zwaaien? Dat deed ik gisteren ook toen ze buiten zat, maar het kwartje viel niet. Ze zwaaide niet terug en mompelde iets tegen de verpleger naast haar, waarschijnlijk omdat ze niet wist wie er stond te zwaaien. Dat doet nog wel eens pijn, maar de twijfel is van korte duur. Natuurlijk zwaai ik, ik ben blij om haar te zien. Ze kijkt vluchtig en zwaait vrolijk terug en ondertussen loopt ze door, in haar eigen wereldje verzonken. Dan ineens, als ze bijna uit beeld is blijft ze staan. Ze keert om, terug naar het raam en kijkt nog eens naar mij. Aandachtig tuurt ze door het raam met haar hand boven haar ogen. Nu begint ze enthousiast naar mij te zwaaien en drukt haar hand tegen het raam. Ik loop naar haar toe en druk mijn hand tegen de hare, met het raam ertussen. Praten gaat lastig met een barricade tussen ons in, dus begint ze te gebaren dat ik er mooi uitzie. Ik gebaar een bedankje terug. Oma maakt een vragend gebaar (wat nu?). Ik leun richting het raam en ze legt gelijk haar oor ertegenaan. "Ik moet werken" zeg ik, tot gauw! Oma steekt haar duim op, we blazen een paar kusjes naar elkaar en zwaaien nog even, waarna ze haar wandeling vervolgt.

En zo is er dan zomaar weer zo'n heerlijk moment. Een moment waarop ik eventjes haar wereld binnen mag stappen. Allebei zijn wij Martjes, met een diepe band verbonden. Maar het wordt steeds moeilijker om samen in 1 wereld te zijn met elkaar. 2 werelden gescheiden door een raam, het raam dat dementie heet en waarvan het glas niet meer wordt gepoetst. Met de tijd wordt het steeds moeilijker om te zien wie er voor haar staat. Soms sta ik eindeloos te zwaaien en op het figuurlijke raam te kloppen, zonder resultaat. Soms, zoals vandaag, ziet ze door het raam toch een schim die ergens diep in haar gedachten iets laat rinkelen. En soms, als ze hard genoeg kijkt en mijn hand raakt de hare.. dan voelen we elkaar ondanks het dikke raam wat onze handen van elkaar gescheiden houdt.

Onze werelden mogen dan wel verschillend zijn geworden, zij zijn niet gescheiden. Geen twee werelden, maar anderhalf... Waar er nog steeds soms een raam of deur op een kier staat. Ik kijk haar na als ze wegloopt en glimlach. Ik denk bij mezelf: "misschien weet je het morgen niet meer, of overmorgen, of de dag daarop... maar het is goed.. want ik weet, dat er altijd momentjes zullen zijn dat je me terugvind, ook al is het maar voor even. En daar is geen muur te dik voor."

woensdag 14 juni 2017

Noodkreet van de stilte

Het is stil, veel te stil. Stilte in onze flat, stilte in het dorp en de allesoverheersende stilte voor jouw huis. Slechts een verzameling kaarten, knuffels en bloemen spreekt de woorden waarover de stilte zwijgt.

Stil is het in de supermarkt, waar jouw stem luid door het gangpad klonk als je mij zag. Voor jou ben ik het meisje waarbij je altijd je biertjes af kwam rekenen en even gezellig mee kon babbelen. Het meisje dat soms als het mooi weer was, in haar pauze bij jou op het bankje kwam zitten om mijn broodje te eten. Heel af en toe bracht ik een biertje voor je mee. Het meisje wat zich een paar jaar geleden niet altijd even goed voelde, de negatieve geluiden in mijn hoofd kregen te vaak de overhand. Jouw stem sprak luider dan mijn gedachten en waar anderen dit soms gek vonden, vond ik het prettig. Je maakte mij altijd aan het lachen, met je grappen, stemgeluid en vaak wijze woorden of zegeningen voor de dag. Als klant, later als buurman maar ook als een bijzondere vriend. Als ik 's ochtends naar werk of school vertrok klonk het luidkeels: "Daag Martje, doe je best en god bless you". Ik, verre van gelovig, werd heel vrolijk van jouw zegeningen voor die dag, elke dag. Want alles wat je zei kwam recht uit je hart.

Nu ga ik de deur uit en is het stil, het enige wat mij begroet is een stapel bloemen, kaarsjes en andere geschenken op de plek waar jouw stoeltje altijd stond. Ik wordt er niet blij van, het herinnert me aan het vreselijke onrecht wat jou is aangedaan.

Ruim 3 weken geleden is het dat ik recht overeind schoot in bed, gealarmeerd door het bulderende geschreeuw van iemand voor wie jouw deur altijd openstond. Zo snel als ik kon ben ik naar je toe gerend, maar het was te laat.. ik zag je roerloos liggen op de vloer in de gang van jouw huis. Blijkbaar heeft mijn vriend de dader bij jou weggetrokken, maar ik heb het niet meegekregen. Ik zag alleen jou liggen en mijn wereld stond stil. Ik ben naast je neergeknield, heb je verteld dat alles goed komt en dat ik bij je was. Ik kreeg je niet bij, en machteloos als ik was kon ik alleen maar hopen dat je voelde dat er mensen bij je waren die je beschermen en om je geven. Ik kon alleen maar je hand vasthouden en hopen op het beste..

Lieve Sam, overal waar jouw geluid altijd klonk is het nu oorverdovend stil. Want jij bent stil.. het zwijgen opgelegd door een perfect voorbeeld van ons falende zorgsysteem. Je leeft, maar praat niet. Misschien zal je wel nooit meer kunnen praten, het idee roept onbeschrijflijke gevoelens bij me op.

De persoon die zijn problemen moest afreageren op jou, is helaas geen onbekende. Ik weet dat hij opgenomen heeft gezeten in een instelling voor psychiatrische patiënten. Ik heb met hem wel eens wat woorden gewisseld, soms zelfs een stukje gewandeld of even gerookt omdat ik hem vaak tegenkwam. Toentertijd leek hij ongevaarlijk, maar zijn verhalen en theorieën zeiden genoeg over zijn besef van de wereld waarin we leven. Ons zorgsysteem faalt aan alle kanten doordat geld tekort schiet, maar de gevaarlijkste fouten zijn die binnen de GGZ.. hoe ze deze man ooit hebben kunnen loslaten, hebben kunnen denken dat hij zonder toezicht op zichzelf zou kunnen wonen en zich zou kunnen redden terwijl hij verkondigd dat hij de zoon van god is.. dat gaat mijn verstand te boven. Hoe erg het me ook tegenstaat dit te zeggen, ook de dader is een slachtoffer. Een slachtoffer van hulp die hij had moeten krijgen, maar niet kreeg. Een slachtoffer van zijn eigen waanideeën maakt vroeg of laat andere slachtoffers, en dat slachtoffer was jij Sam..

Slachtoffer van een zorgsysteem dat moet worden wakkergeschud, slachtoffer van nalatigheid door de hoge heren in ons kabinet die de zorg kapot bezuinigen, slachtoffer van onrecht en zinloos geweld.. en waarom? Omdat langdurige zorg onbetaalbaar wordt.. maar wat uiteindelijk het meest dure is, is de prijs die jij hebt betaald voor jouw goedheid. De prijs voor iemand hulp verlenen terwijl je zelf onbevoegd en onbekwaam bent, hulp verlenen omdat je denkt dat die persoon je vriend is.

Zorg is duur, maar een mensenleven onbetaalbaar.. en niets, geen geldbedrag kan ooit op tegen de stilte die iedereen die jou lief heeft nu moet verdragen. Nu, maar misschien wel voor altijd.

En ik? Ik zal niet rusten tot ieder mens die ik ken jouw naam heeft gehoord, de naam van Sam Pieters, de naam van onze vriend, de naam van iemand die dacht goed te doen. Moge jouw woorden bij je terugkomen. Lieve Sam, god bless you...

dinsdag 7 maart 2017

Dag mooie ster..

7 maart 2017.. 2 maand na datum.. ik zit op school en volg vakken die voor mij herhaling zijn. De laatste maanden ben ik niet naar school geweest, ook nu kan ik mij niet focussen.. geeft niet, denk ik. Al deze toetsen heb ik gemaakt, ik kan me de afleiding gelukkig veroorloven op dagen als deze.
"Dagen als deze" en "2 maand na datum" zal niet voor iedereen een belletje laten rinkelen. Even terug in de tijd, vanaf het begin...

Vanaf het begin gaat al ver terug, terug naar de tijd dat ik nog een 6-jarig meisje was, mijn broertjes 4 en 2. Zonder in detail te vertellen maakten wij mee wat veel kinderen meemaakten, namelijk de scheiding van onze ouders. Jong als ik was is het enige wat ik me kan herinneren het wegrijden in een volgeladen auto en mijn verdriet en onbegrip, niet door hebbend dat ons leven voorgoed zou veranderen op een hele goede manier. Het duurde niet lang of daar kwam je bij ons thuis, een innemende en indrukwekkende verschijning.. intimiderend en veilig tegelijk. Als klein meisje wist ik niet direct wat ik van je moest vinden. Wie ben jij? Waarom kus jij mijn moeder en waarom kunnen papa en mama niet gewoon bij elkaar blijven?

Die fase heeft niet lang geduurd. Ik had namelijk een zwaar verstoord beeld van wat een vader eigenlijk is en wat hij betekent voor zijn kinderen. Ik had mijn biologische vader lange tijd op een voetstuk staan, ook al negeerde hij me altijd als ik met hem wilde spelen. Voor mijn verjaardag kreeg ik het nieuwste speelgoed, maar moest ik hem smeken om 5 minuutjes van zijn tijd. Knuffels, kusjes, buiten stoeien.. ik wist niet dat zulke dingetjes ook door een vader gedaan horen te worden, alleen mama deed dat.

Ik raakte snel met je vertrouwd, en als je thuis kwam van je werk was het altijd feest.. stoeien, spelen en aandacht waren vaste prik. En oh wat heb ik daar naar gesnakt.. ineens begon ik te beseffen dat ik naar jou moest kijken als een voorbeeld voor een vader. Zelfs dat een vader iemand kan zijn voor kinderen die voor hem niet eigen zijn, voor jou was het vanzelfsprekend en wat werd ik daar elke keer weer door verbaasd. Verbaasd door jouw ontembare passie, vuur en vechtlust. Passie in de liefde voor mijn moeder, jouw kinderen en jouw werk. Vuur in alles wat je deed en vechtlust voor alles en iedereen die je liefhad. Vechtlust voor iets wat je maar klappen bleef uitdelen, je de hoop soms ontnam en vechtlust voor iets waar niet tegen te vechten valt, iets wat onterecht knokte met jou zonder genade..

Het mocht niet zo zijn. Al vlak nadat ik je leerde kennen hoorden we voor het eerst dat ene woordje,
die ene klap in je gezicht, steen in je maag.. kanker. Je kreeg kanker. Ik begreep het niet, waarom gebeurt dit en hoe moet het nu verder. Alle twijfels, tranen en alle vloekwoorden.. Je wuifde ze weg met een lach en een grap. Je genoot, leefde, lachte in plaats van te huilen en op te geven. Jarenlang ging het op en neer, schoon verklaard - ziek, weer schoon verklaard - weer ziek.. dit keer was het duidelijk: genezen was niet meer mogelijk.. soms bleef het stabiel, soms kregen we slecht nieuws. Medicijn na medicijn en de ene nare bijwerking na de andere, maar het hield je niet tegen.. Alle klachten wuifde je weg alsof je met een verkoudheid rondliep, alsof het allemaal 1 grote poppenkast was. Gingen je voeten kapot door de medicijnen? Dan ging je op sokken naar je werk. Over je haar dat heel anders terug kwam na de chemo maakte je een verzameling aan grappen. Met dat eindeloze optimisme wist je ons allemaal hoop te geven, ook al wisten we diep vanbinnen dat die er niet was..

Jaren later.. jaren van prachtige momenten, leuke momenten, verdrietige en ook moeilijke momenten. Jaren waarin jij ondanks je ziekte altijd voor mij en iedereen om je heen klaar stond, jaren waarin veel mensen niet wisten dat jij zo ziek was vanwege die allesoverheersende lach en humor. Jaren waarin je voor ons op kwam en jaren waar ik in jouw grote sterke armen kon huilen als alles even tegen zat, of omdat ik niet gezegend was met zo'n vader.. wat uiteindelijk natuurlijk altijd wel zo is geweest. Op papier staat het niet, maar in mijn hart heb jij de titel "Papa", en dat heb ik je nog mogen zeggen. En in jouw hart? Daar was plek voor iedereen die maar wilde schuilen.

2 maanden na "datum", 7 maart 2017 ga ik even terug in de tijd.. terug naar 7 januari 2017. Het ging niet meer, na al die jaren knokken.. bijna 12 jaar heb jij dat gevecht volgehouden, iets wat velen nooit gelukt is. Je hield van het leven en van alles wat het bracht, maar je lichaam kon niet meer en je leed pijn.. iets wat in jouw woordenboek nooit voorkwam, iets waar we jou nooit over hoorden tot die laatste paar maanden. Als zelfs jou het lachen verging, dan had menig mens al opgegeven. Het was genoeg geweest. Je koos ervoor niet op de genadeklap te wachten, maar zelf de regie te houden.

7 januari 2017, 18:00... In de kamer met een borrel, een grap en een sigaar vierde je samen met ons jouw leven en stelde iedereen gerust, zoals altijd. Geen tranen maar grappen, geen somberheid maar feest... dat is wat je wilde en dat is wie je was. 18:01 kwam de huisarts aan, en het geluid van een deurbel heeft nog nooit zo door mijn hart gesneden. Ik keek je nog even aan, dankbaar voor alles maar ik kon mijn tranen niet bedwingen.. je keek terug. Rustig, warm en liefdevol.. aan alles zag ik dat dit het juiste was. Om 18:10 was jouw leven op aarde definitief ten einde en kwam er een einde aan die veel te lange, en zo vreselijk oneerlijke strijd..

Maar verloren heb je niet, oh nee.. Je hebt dik gewonnen. De moed en de kracht die je ons hebt geleerd, de liefde die je achterlaat. Onbetaalbare cadeau's, levenslessen die we van niemand anders hadden kunnen leren en liefde die we van geen ander konden ontvangen. Alles heb je gegeven, altijd de volle 100%. Voor mij sta je al bijna mijn leven lang en ook zeker de rest van mijn leven op een enorm voetstuk. En ik zal de lessen nooit vergeten, ik zal ze doorgeven..

500 (!!!) mensen kwamen op jouw crematie om te proosten en bittergarnituur te eten, want jij wilde geen koffie en kleffe broodjes maar een feestje. Zalen vol mensen, allemaal met grootste verhalen over hoe jij ze weer op weg hebt geholpen.. nee, je hebt echt gewonnen. Want ondanks tegenslag, ziekte en wat er ook op je pad kwam zorgde jij er altijd voor dat een ander toch het juiste pad kon bewandelen. Dat is pas echt groots.. En zo herinner ik me jou: groots, innemend, sterk, onvermoeibaar, soms hard maar zacht voor iedereen die dat nodig had, en een veilige haven, rots in de branding en niet te vergeten.. papa. Want die titel heb je bij mij in mijn hart gegrift.

Vanavond om 18:10 kijk ik omhoog lieve Sjef, omhoog naar de sterren waar je nu tussen woont. Met een lach en een traan, jouw troostende woorden en sterke armen missend. Maar terugdenkend aan alle lessen en vertrouwend op mijn eigen vleugels.. je laat een rijkdom achter waar je trots op kunt zijn. En wij? Wij maken je trots vanaf hier beneden en af en toe zwaaien we.. dag mooie ster, tot de volgende keer.

donderdag 28 juli 2016

Het spijt me, lieve oma..

Het begon als een mooie zonnige dag, met ons drietjes heerlijk met een glas drinken in de zon. U, opa en ik. Genietend en pratend doodde we de tijd in de voortuin van het verpleeghuis. 

Het was bijna lunchtijd en opa en ik stonden al op, toen u ineens snel naar de wc moest. Snel ga ik op zoek naar een nieuw broekje en ik loop met u mee. U zit rustig op de wc terwijl ik het broekje verwissel, zo doen we dat altijd. U kijkt me aan en zucht: "ik vind dit niet leuk", zegt u. "dat weet ik", zeg ik. U zegt: "later als je mijn leeftijd hebt, dan heb je zelf een dochter en die doet dit dan ook bij jou!" Ik: "ik weet het, en ik weet zeker dat ik het dan ook niet leuk zal vinden. Maar ik doe het met liefde" waarop u zegt terwijl u uw voeten naar voren steekt om mij te helpen: "dat weet ik, en daarom mag je dit ook doen". U lacht naar me.

U bent scherp vandaag, heel scherp. Dat is natuurlijk ergens heel fijn, maar op dit moment helaas even niet.. Opa had zijn kans gezien om weg te glippen toen we op de wc zaten. Gedag zeggen vind hij erg lastig, hij weet dat u dan mee wil en hij voelt zich schuldig als hij "een smoes verzint" waarom dat niet kan. We komen de woonkamer binnen en u kijkt direct de kamer rond. "Waar is mijn man?" Vraagt u. "Oh wee als hij weer weg is, dat flikt hij me elke dag" zegt u en op dit moment besef ik dat ik wel met een heel goed verhaal moet komen om u rustig te krijgen. U trekt aan een deur, loopt wild heen en weer en gaat dan maar met grote tegenzin aan tafel zitten. Er komt een meisje bij u wat er nog niet zo lang werkt en u vraagt aan haar waar uw man is. "Die is al naar huis" zegt ze, goedbedoeld. 

En toen, werd de kamer te klein....
"Zie je, ik wist het wel! Nou doet ie het alweer, vandaag of morgen zeg ik aju!" U stuift van tafel, zo de gang op. Waar u normaal wankel over de gang sloft, loopt u nu in een strakke lijn, snel en vastberaden op een bijna beangstigende manier. De rollator laat u staan. Ik loop achter u aan, wetend dat als ik u wil tegenhouden dit niet lukt. Want u wil naar uw geliefde toe en wie u daarvan weerhoud is nog niet jarig. Halverwege het gebouw leunt u tegen de muur, vermoeid. Ik geef u de rollator en u pakt mijn arm vast. "Dan ga ik met jou mee naar huis, ik ben toch verdorie geen klein kind?" Ondertussen wist ik niet meer wat ik het beste kon zeggen dus liep ik maar met u mee, helaas liep u recht naar de hoek waar opa zich had verstopt..

Samen liepen we met u naar de huiskamer, waar u duidelijk geïrriteerd bleef staan. Opa was alweer snel de gang op gegaan, hij weet ondertussen dat het niet uitmaakt wanneer hij weg gaat, als u vrij helder bent is dit altijd lastig. Ik sta nog naast u, verslagen kijkt u naar de tafel. "Naast wie moet ik nu gaan zitten dan?" "Nou, naast mevr. W zit u altijd graag" zeg ik. "En jij dan?" Zegt u. "Ik moet ook naar huis lieverd, mijn eten staat ook op.." 

U kijkt me aan, met een blik alsof ik net uw hart aan duizend stukken heb gescheurd. Uw ogen lopen vol tranen. "Ik moet even alleen zijn.." Zegt u en stuift verdrietig de andere gang op. Ik loop weg en voel me misselijk. Het liefst loop ik achter u aan en troost ik u, blijf nog even tot het weer goed is.. Maar ik doe het niet, omdat ik weet dat wanneer ik ook ga op zo'n dag het zo zal eindigen. Samen met opa ga ik naar het huis waar u ook woonde en eten we een bakje yoghurt. Onderweg heb ik moeite mijn tranen te bedwingen.

Het spijt me, lieve oma dat u zich zo in de steek gelaten voelt. Het spijt me dat ik gedwongen ben om soms op deze manier weg te gaan. Het spijt me, dat u alles moet meemaken waar u vroeger zo bang voor was. Het spijt me... En ik hoop voor u, dat u het heel snel weer vergeten bent. 




maandag 25 april 2016

Vergeet-mij-nietjes

Het is dinsdagmiddag half 3, ik ben net klaar met mijn vroege dienst op stage in het verpleeghuis vanaf 7:00. Zoals ik dat iedere maandag en dinsdag doe na een vroege dienst, loop ik de gang door naar een andere afdeling: de afdeling waar mijn oma woont. Ik wordt vergezeld door twee dames die zoekend rondliepen over mijn afdeling, ze zochten een kennis van hen, mw. W. Toevallig is dat de nieuwe bewoonster bij mijn oma op de huiskamer en tussen de twee klikt het erg goed. Ik vertel de dames dat ze mij achterna mogen lopen en samen lopen we naar de afdeling. 

Als we binnenkomen op de huiskamer kijk ik naar oma, die vrolijk aan haar kopje thee is begonnen. Ze kijkt me aan en het is duidelijk dat er belletjes gaan rinkelen, alleen heeft het vaak een paar tellen nodig voordat ze uitgevogeld heeft welk belletje de juiste is. Als dat gebeurt is ze iedere keer weer blij verrast, en ik ga naast haar zitten. We zijn samen gezellig aan de klets als mijn opa komt, en wanneer hij de kamer binnenkomt overtreft dat voor mijn oma alles waar ze mee bezig is. Ik sta op zodat ze elkaar kunnen knuffelen en ik geniet van het beeld dat mijn oma met beide armen om zijn nek hangt en ze elkaar kussen, ook het bezoek is duidelijk vertedert. Ik pak een krukje en ga weer bij de rest van de groep zitten. Ik zit nog niet of mijn oma haar kamergenoot, mw. V, komt zachtjes naar me toegelopen met een opgerolde theedoek in haar handen. Mw. V loopt altijd met die theedoek, het is haar houvast, haar pronkstuk en er zijn weinig dingen zo mooi en aandoenlijk als mw. V die zielsgelukkig met "haar" doek in haar handen rondloopt en deze trots aan iedereen laat zien. Haar hand raakt mijn schouder en ze geeft haar theedoek aan mij: "wat vindt u van deze? Hij is mooi he?" zegt ze met haar zachte, warme stem. Prachtig, antwoord ik en ik zie dat de doek een beetje een rommelig propje is. Ik strijk de theedoek glad, vouw hem en rol hem netjes op waarna ik hem aan mw. V terug geef. Oh, wat prachtig! Zegt ze en blijft er geïntrigeerd naar staan kijken om er even later hard haar neus in te snuiten en hem net zo netjes weer op te rollen.. Aan lachen geen gebrek in de huiskamer!

Zelf heb ik ondertussen wel zin gekregen in een sigaret, mijn laatste was om 6:15 die ochtend. Oma is lekker aan de klets met opa en dus besluit ik even naar het buitenterras te lopen verderop in het gebouw. Ik sta op en mw. V (die graag hele dagen door het gebouw wandelt) kijkt verrukt achterom. "Gaat u lopen? Mag ik dan met u mee?" Zegt ze. Ik heb een zwak voor haar, haar zachte stem en lieve lach zijn onweerstaanbaar en zo'n aanbod valt dan ook niet te weigeren. Goed, zeg ik: loopt u maar met mij mee. Mw. V vouwt haar hand in de mijne en samen lopen we over de gang, langs het terras maar ze wil graag doorlopen en het rondje afmaken. Goed, denk ik, nog een rondje dan. Dat werden uiteindelijk 4 rondjes waarin ik heb genoten van ieder schilderij wat we tegenkwamen, hoe mevrouw hierbij stond te lachen en alles zo mooi vond.. Aan het eind is het me toch gelukt om nog even een halve sigaret te roken, hierna wilde mevrouw weer naar binnen. We liepen terug de huiskamer in en ik ging zitten waarna ik weer de vraag kreeg of ik mee ging lopen, terwijl mevrouw mij over mijn arm aan het aaien was. Zo vertedert als ik was zei ik toch graag even bij mijn oma te willen zitten, dat was goed. Nou, tot ziens maar weer hè, zei mw. V en aaide mijn oma over haar arm. Dag lieve schat, zei oma en ze knuffelden elkaar wat voor een ontzettend mooi plaatje zorgde. Toen oma aan haar middagdutje toe was, ging ik samen met opa naar zijn huis en hebben we samen heerlijk gegeten en televisie gekeken. Aan het eind van de dag stond ik in de achtertuin te roken toen ik me besefte hoe vreemd het eigenlijk was dat dit nu alleen nog maar het huis van opa was en niet meer van oma. 

Ik kijk omlaag en zie in de rand van opa's tuintje een bosje vergeet-mij-nietjes staan en niets was op dat moment toepasselijker.. Nee, ik vergeet u niet, nooit.. denk ik en even later fiets ik terug naar huis. Op de bank val ik als een blok ik slaap van de zware, maar oh zo mooie dag.. Ik kan alleen maar hopen op nog veel meer van dit soort mooie momentjes, momentjes die mij doen herinneren waarom ik dit werk zo graag doe